Interview Marie van Vollenhoven – NL

BEING THE UNIVERSE
Raymond Cuijpers – Marie van Vollenhoven

Marie van Vollenhoven
Marie van Vollenhoven

RC
Voor je nieuwe schilderijen maak je eerst ontwerpen in Photoshop,
de ontwerpen zijn opgebouwd uit meerdere lagen (iets dat kenmerkend
is voor Photoshop), vervolgens ga je schilderen en kopieert als het ware je ontwerp.
Onderweg gebeuren er weliswaar dingen, maar het beeld is min of meer gelijk.

MV
Het beeld is niet gelijk. Ik heb nu drie doeken met deze techniek gemaakt en bij alle drie hebben zich verschillende soorten transformaties van het ontwerp voorgedaan. Bij de laatste het meeste, die lijkt nog weinig op het ontwerp, alleen in compositie en gelaagdheid. Omdat het de eerste serie met deze techniek is heb ik me vrij dicht bij het ontwerp gehouden. Bij de volgende drie ga ik weer nieuwe stappen ondernemen, zoals:
– wisselwerking tussen Photoshop en schilderen, zeg maar om en om…
– het samenwerken met een 3D ontwerper.
Het experiment is pas net begonnen. Eigenlijk gebruik ik Photoshop om mezelf te verrassen.

RC
Dit druist in feite in tegen het principe van The Act of Painting, namelijk dat het maakproces een groot deel van het uiteindelijke schilderij bepaalt. Tijdens het maken vallen bewustzijn, intuïtie, denken, handelen en kijken op momenten intens samen, in mijn ogen kan dit
eigenlijk alleen als je vanuit niets begint.

MV
Dit begrijp ik niet, want er is altijd een aanleiding om een schilderij te maken, of het nu een gedachte, gevoel of ontwerp is.

RC
Laat ik dan zeggen het niets. Het niets in de zin van abstractie, je neemt niet een waarneming, zoals een stilleven, een naaktmodel, een landschap of desnoods het heelal, als uitgangspunt. Nee, je begint met een leeg doek, je doet een ingreep, je zet een vlek, een lijn, en vandaaruit ga je verder, je schildert en je doet dingen die je nooit zou kunnen doen als je met een waargenomen beeld dat al bestaat buiten jou als referentie begint, iets ‘naschildert’ zeg maar. Dat bedoel ik ook met het schilderen naar een ontwerp. Je handeling, de schildershandeling zit dan eerder in het ontwerp dan in het doek. Maar je zegt het zelf al, in Photoshop werk je in feite intuïtiever dan in je schilderijen.

MV
Inderdaad, en je zou je kunnen afvragen of het Photoshop-gedeelte ook een soort schilderen is. Ik weet het niet, het voelt voor mij wel zo. Photoshop lijkt bijvoorbeeld veel meer op schilderen dan tekenen op papier. Met Photoshop begin ik altijd uit het niets met een blanco bestand.
Ik heb in ieder geval gemerkt dat vanuit het niets beginnen soms goed werkt en soms niet. Ik denk dat door de ervaring met de Photoshop-techniek, het schilderen uit het niets een nieuwe input krijgt en daardoor weer anders zal worden in de toekomst. Zoals duidelijk zichtbaar is bij het schilderij: ‘Light light mentality’. Daarbij is geen ontwerp gebruikt. Ik denk dat ik op beide manieren zal blijven werken. Ik denk het, vermoedelijk!
Ik las laatst ‘What the internet is doing to our brains’ van Nicolas Carr over hoe de ontwikkeling van technologie direct samenhangt met de ontwikkeling van het menselijk denken, zelfs dusdanig, dat er veranderingen plaats vinden op neurologisch niveau. Toen lang geleden de mensen de wereld in kaart gingen brengen leerden ze abstracter te denken. Zo vermoed ik dat de lagen van Photoshop mijn nieuwe werkelijkheid aan het worden zijn.

RC
Je schildert een ongrijpbaar beeld dat ergens in jezelf zit.

MV
Voor mij is werken met Photoshop een deel van het maakproces. Ik teken en werk met de computer sinds mijn 11e. Het is net zo natuurlijk als de schetsen die ik op papier maak. De manier waarop ik met Photoshop werk is heel speels en intuïtief. Misschien zelfs intuïtiever dan het schilderen. Sinds ik op deze manier werk, merk dat ik veel meer kan maken dan eerst, dat wat jij noemt: ‘een ongrijpbaar beeld dat ergens in jezelf zit’. Ook denk ik dat de mens in een rare tijd leeft waarin zijn denken voor een deel wordt overgenomen en/of beïnvloed door allerlei soorten computers. In mijn manier van schilderen komt dat samen. De boeken die ik lees zijn ook deel van het maakproces. Ik zou zeggen dat jouw fietstochten ook deel zijn van jouw maakproces. Of niet?

RC
Klopt, een essentieel onderdeel van mijn schilderijen zijn juist die fietstochten. In wezen begint het maakproces dus inderdaad daar, alleen is het geen echt maken maar meer ervaren. Als je fietst ervaar je de sensatie van het fietsen door een landschap. Voor mij is het belangrijk dat de snelheid redelijk hoog is; het fysieke aspect, dat je voelt dat je lichaam werkt, je spieren, je hartslag, je ademhaling, zo snel mogelijk een heuvel willen beklimmen, dit alles bepaalt mijn beleving van het landschap. Ik ben een dynamisch oog dat arbeid verricht om dynamisch te kunnen zijn. Dat zijn de dingen die ik terug wil zien in mijn schilderijen, het zou echt een ander verhaal zijn wanneer ik rustig met mijn zoontje achterop door de polder fiets. Het tempo, de snelheid, de dynamiek van de sporter, dat is een groot deel van mijn bron, onbewust put ik daaruit wanneer ik schilder en eigenlijk streef ik ernaar tijdens het schilderen dezelfde toestand als op de fiets te bereiken, concentratie en ontspanning vallen samen. Je bent op en top gefocust en tegelijkertijd weet je niet precies wat je aan het doen bent.

Door een ontwerp te maken leg je dat beeld al min of meer vast en is misschien de intensiteit van de uiteindelijk schildershandeling, het maken van een schilderij, minder intens?

MV
Intenser. Dingen waar ik eerst niet uitkwam tijdens het schilderen zitten niet meer in de weg en ik kan me concentreren op de handeling en hoe alle elementen met elkaar samenhangen.

RC
Welke dingen zaten je in de weg dan?

MV
Dat vind ik een hele moeilijke vraag om te beantwoorden. Misschien het volgende: de dingen die ik schilderde misten urgentie, omdat ik ze verzon tijdens het schilderen en eigenlijk niet waren wat ik ‘echt’ bedoelde, ze waren meer een verhaal van dat moment. Daardoor schilderde ik ze halfslachtig; niet altijd overigens, maar vaak. Ze gaven me het gevoel, van ‘just another painting’. Met de serie waarvan ‘Being the universe’ onderdeel is, ging dit wel goed omdat ik echt wat te vertellen had en dat ging helemaal vanzelf, ik bedacht ook niet van te voren waarom het doek die donkere kleur moest krijgen, maar toen het dat had werd het duidelijk. Zo’n serie komt er misschien weer. Ik denk, dat die serie echt uit mijn tenen kwam, en zo’n puur gevoel heb ik niet de hele tijd, dat moet gevoed worden. Alleen mijn intuïtie volgen is bij mij niet genoeg, omdat ik veel plezier haal uit het proces dat ontstaat door de wisselwerking tussen onbewust doen en denken en bewust doen en denken Het is het systeem waarbij je bewuste gedachten je via je werk bij je onbewuste gedachten brengen, en hoe die twee daardoor steeds veranderen. Dat is waarschijnlijk hetgeen het best bij mij past. Ik kan me voorstellen, maar ik heb geen glazen bol, dat ik Ooit alleen nog heel abstract en heel intuïtief zal schilderen, maar daarvoor zijn er nu nog te veel vragen en ideeën die ik wil onderzoeken met deze methode.

RC
Je had het over de driehoek als vorm waar voortdurend kracht en spanning in zit. Heeft die vorm behalve de geometrische of natuurkundige betekenis ook nog een andere (symbolische, religieuze) lading voor jou?

MV
Voor mij is de driehoek een symbool of metafoor voor intrinsieke beweging, een toestand die niet opgelost raakt zou je kunnen zeggen. Die intrinsieke beweging zal belangrijk blijven in mijn schilderen, maar de driehoek zal hoogst waarschijnlijk verdwijnen, ik had hem nodig om back to basics te gaan. Er zijn twee zinnetjes die ik vaak in mijn hoofd heb: ‘Never stop moving otherwise the theory is false’ en ‘Blijven bewegen om stil te kunnen staan.’ Ik lees nu: Cycles of time van Roger Penrose.

RC
Soms moet ik ook aan glasscherven denken die zweven in een oneindige ruimte.

MV
Ik noem de driehoeken of alle flinterdunne zwevende scherven graag: ‘slices of time’

RC
Het schilderij ‘Being the Universe’ vind ik sterk, omdat daarin je denken, de dingen die je vooraf bedenkt niet meer belangrijk zijn, in de zin van: je denken wordt puur schilderkunstig, en toch zou je het nooit hebben kunnen maken als je niet het heelal en je positie daarin als uitgangspunt had genomen. Je zegt dat je soms, of misschien wel altijd, met een blik kijkt die maakt dat je je bijna letterlijk vereenzelvigt met hetgeen je waarneemt. Omschrijf ik het goed?

MV
Ik vind het moeilijk om het onder woorden te brengen, misschien leg ik het volgende keer weer anders uit. Onmogelijk natuurlijk, maar als ik met een onderwerp bezig ben probeer ik soms om geen mens te zijn, in het schilderen heb ik dit het sterkst, veel meer dan tijdens tekenen of photoshoppen. Ik probeer me in de gedachten te begeven die ik schilder, alsof ik ze ben. Hoe urgenter en persoonlijker die gedachten zijn des te beter dat lukt.
Ik denk bijna dagelijks: wie zijn al die mensen? Hoe kan het dat ze allemaal de hele tijd ergens naar toe gaan? Dat ze in auto’s stappen, ruzie maken, lachen, dat ze allemaal de hele tijd iets te doen hebben etcetera… De ene keer heb ik het gevoel dat ik in een slechte B-film rondloop, de andere keer word ik intens vrolijk van het hele gebeuren.

RC
Het is denk ik goed jezelf niet als mens voor te stellen tijdens het schilderen, of beter: tijdens het schilderen ben je verst weg van al die banale eigenschappen die we nou eenmaal hebben. Maar je komt er niet onderuit dat je een mens bent, die de wereld wil begrijpen en soms naar zijn hand wil zetten. Zou je jezelf als komeet kunnen laten existeren en vanuit dat perspectief de wereld die je wil schilderen benaderen?

MV
Dat is wel een lastige, maar ik denk dat ik het zou kunnen.

RC
Toen ik pas van de academie in Maastricht kwam was ik heel erg bezig met een schaalverandering die jezelf ondergaat: bijvoorbeeld, ik zat in de ruimte van een vlieg op de huid van een dode haas, ik kroop in de verf, ik wilde een andere ruimte vinden, bedacht zelfs constructies waardoor je het schilderij alleen op bijvoorbeeld tien centimeter afstand kon bekijken.

MV
Doe je daar nog steeds iets mee? Of is het misschien zelfs onderdeel van jezelf geworden? Ik denk dat als je een tijd iets intensief doet het een onderdeel van je systeem wordt en het nooit meer verdwijnt. Zelfs misschien zo, dat als je schildert met het gevoel door de stad te racen op een fiets, dat de patronen, het ritme of misschien de elegantie van een voetballer ook onderdeel is van die fietser.
Zijn er nieuwe manieren van denken of gedachte experimenten waar je mee bezig bent? Of ben je nu in een fase dat echt alles één wordt, en het schilderen zelf de puurste manier van denken is?

RC
Ja, je hebt gelijk, dat hele denken, van het begin dat je bewust over de dingen nadenkt is onderdeel van je systeem geworden. Bij mij zit in alles wat ik doe nog steeds ergens de voetballer, de dynamiek van een voetballer: ook het denken in ene moment, de intuïtie, dat het meteen goed moet zijn, zie je wel terug in mijn schilderijen denk ik. Soms probeer ik ook boven mezelf te gaan kruipen, een vogelvlucht boven mezelf terwijl ik fiets boven de stad, dat deed ik al in de schilderijen en tekeningen waarin ik de route van de bal tijdens een voetbalwedstrijd vastlegde. Mijn doeken nu zijn nog meer ontstaan vanuit het grondperspectief zeg maar, dat ik in de actie zit. Ik heb heel vaak gedacht hoe het zou zijn wanneer je tijdens een voetbalwedstrijd uit jezelf kon kruipen en op de tribune zou kunnen gaan zitten om jezelf te observeren en dat je dan wel nog in contact stond met elkaar (je ik op de tribune en je ik in het veld) zodat je op elk moment precies zou kunnen zien wat de beste optie of oplossing zou zijn. Ik neigde er sowieso naar om tegelijkertijd in de actie te zitten, een handeling te doen en die meteen ook te analyseren. Dat is schilderen, en daar zit ook ergens de betekenis van The Act of Painting, denk ik.

RC
De ruimte in jouw doeken is eerder oneindig groot.

MV
Ja, dat klopt. En het zou me niet verbazen dat de gelaagdheid van Photoshop me intrigeert omdat ik daarmee dat gevoel van oneindigheid nog meer voel. Oei, Freud.

RC
Je werk oogt op het eerste gezicht vrij koel, afstandelijk. Misschien ook door de manier waarop het tot stand is gekomen:
vanuit een filosofisch/wetenschappelijk denkpatroon beredeneer je jezelf naar het schilderij toe.
Wat maakt voor jou de schilderijen meer dan een soort illustraties bij dit denkpatroon?

MV
Het schilderen brengt mijn denken steeds verder. Het lijkt wel of ik steeds rechterop kan staan, steeds dieper kan ademen, veel meer tot me kan nemen en dat tegelijkertijd alles steeds eenvoudiger en wezenlijker wordt. Veel van de beste gesprekken die ik voer zijn met mijn schilderijen. Het is een combinatie van bewust denken en intuïtie. Alles dat intuïtief gebeurt probeer ik te analyseren om te begrijpen wat ik denk. Als ik niet zou schilderen zou ik niet tot die gedachten komen. Alle dingen die ik doe vormen een eenheid. Zo vroeg ik me vandaag af waarom ik bepaalde dingen die op het ontwerp er op een bepaalde manier uitzagen zo anders heb geschilderd. Later bedacht ik me dat ik het schilderij halverwege het proces de werktitel ‘Nano summer’ heb gegeven en het valt me op hoeveel het me aan de Hollandse zomer doet denken. Ik vraag me dan of dat toeval is, dat ik dat later verzin of dat die werktitel invloed heeft gehad op het schilderen. Ik kan de hoeveelheid aan gedachten die ik dagelijks heb niet opschrijven, ik denk dat ik de voor mij meest essentiële gedachten wel filter.

RC
Iets dat steeds terugkomt in je werk, ook in je tekeningen en computerwerk, is de ruimte, de gelaagdheid, (MV gelaagdheid gaat alle kanten op, lineair denken is passé.. ) de dingen zweven in een onbestemde ruimte. Het doek lijkt daardoor een kader, de ruimte gaat nog verder buiten het doek, alsof je door een telelens naar het heelal kijkt. In die zin worden je schilderijen vensters en niet zozeer objecten,
ik snap ook, en denk ook te snappen, waarom je de verf heel dun gebruikt, je wil een bijna materieloos beeld scheppen.

MV
Dat is leuk, ik vraag me vaker af waarom ik zo schilder.. Dank je, dat zal er best iets mee te maken kunnen hebben. Ik wil veel tegelijk laten zien en ondertussen laten zien dat veelheid één ding is. Misschien wil ik ook aftasten en opbouwen als ik schilder, tot ik er één mee ben, bijna als of elk schilderij een nieuwe liefdesrelatie is.

RC
Zie jij het schilderij als een object, een schilderkunstig ding waarvan de maat pas klopt wanneer het doek af is?
Of als een uitsnede van een groter geheel?

MV
Ik denk beide.. Het zal geen toeval zijn dat bij mij altijd alles het beeld uitvliegt. Maar ik doe ook niet moeilijk, een schilderij is een schilderij en ik houd er erg van. Ik noem eens een rijtje van schilderijen die nu in mij opkomen die indruk op me maakten: Mondriaan, de molen (veel rood en geel), Caillebotte (de vloerschrapers), allerlei dingen van Kandinsky, een specifiek schilderij van Manet, een groot doek, met heel veel groen, bomen (en onderaan een paar mensen aan een tafel), Gerhard Richters abstracte werk. De Kooning, weet niet hoe het heet, maar ik zag eens iets heel goeds in het museum, David Schnells werk vind ik indrukwekkend maar een tikkeltje te veel trukendoos. Oja en Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem door Rembrandt. Verder houd ik erg van het werk van Richard Serra, en ook wel van Anish Kapoor.

RC
Op basis waarvan kies jij de maten, de verhoudingen van een schilderij?

MV
De maten zijn een beetje toevallig ontstaan, ik heb er verschillende geprobeerd, ik heb ook grote muurschilderingen gemaakt. Dit formaat vind ik prettig nu, ik moet me op mijn gemak voelen. En ik heb het idee dat het formaat goed werkt bij mijn techniek; soms wat ruwere verftoets en soms meer detail en precisie. Voor het ene niet te klein en voor het andere niet te groot.

RC
Je maakt abstracte schilderijen van een abstract gegeven (het heelal, de metaruimte en de nanoruimte) Waar is je houvast?

MV
Ja help.. Ik voel me soms zweven, het houvast ben ik zelf. Ik koppel al die abstracte gegevens aan een enkel abstract gegeven, en dat gegeven is: hoe alles dat is en niet is, één is of één zijn. Alle schilderijen zijn deelonderzoeken.

RC
Het houvast ben jezelf, dat denk ik ook. Als schilder, kunstenaar, ben jij steeds de kern van de wereld waarin je je begeeft. Natuurlijk weet je dat je slechts een klein onderdeel van dat hele grote geheel bent. Maar juist door de jou kenmerkende gevoeligheden, eigenaardigheden, afwijkingen voor mijn part, geef je vorm aan de wereld. Jij wilt bijvoorbeeld heel lang aan een doek werken en je wilt ook de details schilderen. Details waar ik bijvoorbeeld nauwelijks aan werk, details zijn bij mij de gaten in het schilderij, – MV Wat een mooie gedachte, die zal ik onthouden. – de dingen die je niet geschilderd hebt, maar die zijn ontstaan in het schilderen zelf. Het zijn de sporen van voetstappen, jij zet niet alleen de voetstap maar schildert ook de afdruk… Jouw doeken zijn volgens mij heel gecontroleerd, je ziet als het ware je denken in de vorm… – MV Dat klopt – wat ik misschien bedoel is dat in jouw doeken vrijwel geen sporen van het schilderen te zien zijn, en als die er wel zijn dan zijn ze heel weloverwogen. Wat denk jij?

MV
Ik denk dat dat zo is als je schilderen zo ervaart als jij of als je het zo definieert. Dat is eigenlijk een discussie over wat schilderen is. Ik denk dat je gelijk hebt dat het gecontroleerd is, maar niet heel gecontroleerd. Wel bedacht, maar absoluut niet dwangmatig. Zacht en afgewogen met een uitspatting als die op een natuurlijke manier daaruit voortkomt.

RC
Hoe krijg je grip op deze fenomenen?

MV
Op allerlei manieren, door te denken, te lezen, te fantaseren, te associëren, door er met mensen over te praten, door ze te verbeelden, en daaruit weer verder te denken.

RC
Soms stop je een figuratief element in je doeken, waarom doe je dat?

MV
Dat hangt van het onderwerp van het schilderij af. Ik heb niet het gevoel dat ik moet kiezen tussen abstract en figuratief. Figuratief betekent vrij snel: verhalend, dat is iets dat niet (meer) bij me past, als ik er toch iets figuratiefs in verwerk dan voegt het als het goed is iets toe. Het ene schilderij is ook iets concreter dan het andere. Je zou een driehoek ook figuratief kunnen noemen, en een streep ook.

RC
Andersom zou je een auto, een steen of een boom ook abstract kunnen noemen.

MV
Ja dat is zo.

RC
Als het maar met de abstracte intentie geschilderd is. Ik zei ooit eens in een interview dat iedereen een schoen kan schilderen, dat die schoen dus eigenlijk niet belangrijk is –het ging over een voetbalschoen-, maar het gaat erom hoe je die schoen schildert. Dat bepaalt wie jij bent, of dat wordt bepaald door wie jij bent. Ik zou die schoen bijvoorbeeld direct op het doek zetten, hem weer weg schilderen als ie me niet beviel en er weer een nieuwe schoen overheen schilderen, net zo lang zou ik doorgaan tot ik op het doek een schoen zag die me schilderkunstig beviel. Jij zou in Photoshop gaan pielen en uiteindelijk een ontwerp maken dat je als uitgangspunt zou nemen voor een schilderij. Je plaatst er dus eigenlijk een laag tussen, je schildert niet 1 op 1 die schoen, maar een gemediatiseerde schoen… Hierbij kun je schoen vervangen door alles wat je wil…Daar komt denk ik ook de afstand in je werk vandaan, je hebt er een laag tussen gestopt, een laag tussen je zijn en het schilderij.

MV
Ik zie dit nu dus direct voor me, misschien vandaar ook dat mijn denken omgezet wordt in vorm, Ik zie hele films geprojecteerd tegen de wand van mijn schedeldak.

RC
De snelheid van Photoshop en de relatieve traagheid van de olieverf zoals jij ‘m gebruikt (ik neem aan dat je een laag eerst laat drogen
voor je er nieuwe laag overheen zet?) – MV vaak wel, maar niet altijd.- leveren een andere manier van denken op lijkt me. In je schilderij neem je meer tijd om beslissingen te nemen…. zou je daarom misschien kunnen stellen dat je in Photoshop intuïtiever te werk gaat dan in je schilderijen?

MV
Ja dat klopt, meer spelenderwijs in ieder geval met Photoshop, hoewel ik soms verbaasd ben over de intuïtie tijdens het schilderen. Ik zit te kijken en ik bedenk dat ik iets op een bepaalde manier wil schilderen en dan doe ik totaal iets anders. Ik kijk en ik denk; dat stuk daar, dat moet lichter, ik loop naar het doek toe en begin heel ergens anders iets te doen. (Dan moet ik altijd lachen in mezelf)

RC
Heb je terwijl je schildert ook momenten of fases waarin je helemaal niet meer jezelf beoordeelt, dus niet lacht in jezelf, maar echt één wordt met de handeling en dat je pas achteraf kunt zeggen dat je niet deed wat je eigenlijk wilde doen? Je hebt dan je denken aan de oppervlakte verlaten en bent dieper in jezelf terecht gekomen.

MV
Ja, dat gebeurt. Ik vind dat wonderlijk. Maar me totaal verliezen is bij mij iets dat af en toe gebeurt en niet heel lang duurt. Ik heb vroeger ook heel veel last gehad van wat ze ‘faalangst’ noemen, maar volgens mij is het iets anders. Ik ervaar een moment of omgeving al snel als onnatuurlijk en dan kan ik dus niet één worden met de handeling, omdat ik afgeleid word door dat gevoel. Bij het schilderen gebeurt het gelukkig wel vaak, en steeds vaker, een paar uur op zijn meest. Met tafeltennis hetzelfde. Ik speel soms heel goed, en dat komt inderdaad als ik alles vergeet. Dan lijkt het op toveren. Maar ik kan het niet op commando en ik houd het ook niet lang vol. Ik win ook weinig wedstrijden… Je denkt te veel na zei mijn trainer altijd. En hij had gelijk. Het heeft voor- en nadelen!
Bij tekenen gebeurt het heel vaak. Ik denk dat het mijn meest natuurlijke handeling is, na ademen dan…

(Ik heb vanochtend de hele ochtend buiten getafeltennist tussen het Limburgse groen met een vriend zonder punten te tellen. De wind maakte het spel extra onvoorspelbaar, de concentratie moest nog beter. Ik was super gelukkig.)

RC
Ha, sport! Zie, denk of voel je een connectie met je tafeltennissen en je schilderen? De concentratie, dat je elke bal goed raakt en dat je soms in een zone komt, waarin je niet nadenkt maar puur fysiek zo’n focus hebt dat het bijna angstaanjagend is. Ik speelde bijvoorbeeld eens een toernooi en elke bal (ik was toen spits) die ik op doel schoot was raak. Ik werd topscorer van het toernooi en won een bal. Achteraf, veel later, heb ik nog vaak terug gedacht aan dat toernooi. Het was leuk om zoveel te scoren, maar het was eigenlijk niet leuk dat ik er nauwelijks iets voor hoefde te doen, dat het zo makkelijk ging. Bij het schilderen heb je dat soms ook, dat je ineens iets op het doek zet, achteloos, en dat het goed is. Maar toch zie ik zelf meer, en ik zie ik mezelf meer terug, in de doeken waar ik langer aan heb moeten doorwerken, door een punt heen heb moet breken, echt eraan heb moeten werken zeg maar.

MV
Ik zie wel overeenkomsten. Bij beide is er een spanning tussen prestatie en spel. Dat is ook waarom je traint, het resultaat wordt beter en het spel wordt leuker en interessanter. Wanneer ervaring en inzicht samenkomen speel of schilder je virtuoos, omdat alles logisch is op het moment van handeling; op een aantal momenten achter elkaar, of tijdens elke nano seconde of zelfs: tijdloos logisch. En toch zijn alle minder virtuoze momenten even logisch, omdat ze virtuositeit voorbereiden. Je kan alleen nog onderscheid maken tussen handelingen waarbij heel veel verschillende factoren samen komen en handelingen waarbij meer van dezelfde factoren samen komen. Het zou kunnen dat als er heel veel verschillende factoren samen komen, dat ze elkaar versterken en versnellen, zodat je het niet meer kunt bijhouden en analyseren. Daarom zat je in een roes en leek het of je er niets voor hoefde te doen. Kleine innerlijke Big Bangs.

Grote verschillen zijn er ook. Bij tafeltennis ben je afhankelijk van een ander mens als medespeler, tijdens het schilderen zijn er vele medespelers, maar het zijn geen mensen. Zichtbaar en voelbaar: het doek, de muziek die opstaat, de ruimte waarin je werkt. En minder duidelijk zichtbaar: tijdgeest, de politieke situatie, de wetenschappelijke ontwikkelingen, de generatie waartoe je hoort. Een ander groot verschil is dat ik in sport een amateur (een prutser) ben en in schilderen een professional.

RC
Wat zegt een schilderij van jou over jezelf, over je wezen, je denken, je zijn.

MV
Heel veel. Hanneke van Dongen zei laatst tegen me: ‘Je schilderijen zijn een mooie mix van denken en voelen.’ En zo zie ik mijzelf ook. Daarom als je zegt dat mijn schilderijen in eerste instantie afstandelijk overkomen, dan denk ik dat het niet door Photoshop komt maar door wie ik ben. Ik kom warm over op mensen, maar ik ervaar de wereld met een enorme afstand, terwijl ik juist super sensitief ben. Het een zal met het ander te maken hebben.

RC
Of misschien wil je daar niets van terugzien in een doek en gaat je het je meer om een algeheel begrijpen van de wereld, van de plek die je in de wereld, in het heelal inneemt?

MV
Ik ga er min over meer van uit dat ik nooit iets zal snappen van de wereld en het heelal. Dat vind ik wel irritant, maar ik kan er goed mee leven. De plek die ik inneem interesseert me niets. Een van de nieuwe schilderijen die ik nu heb gemaakt heet: ‘What is important?’ Waarom hecht je meer waarde aan het een dan het ander? Of: wat is überhaupt belangrijk?

RC
Kun (en wil je alsjeblieft) de laatste vraag beantwoorden?

MV
Ik kan hem beantwoorden, en dat doe ik ook vaker voor mezelf. Het antwoord zal misschien nog veranderen in de loop van de tijd.
Mijn antwoord is ‘vertrouwen’, maar meestal denk ik bij die vraag aan liefde, familie en vrienden.

Waarom hecht iemand meer waarde aan het een dan aan het ander? Ik weet wel waarom dat zo is, maar ik vertel graag aan de mensen dat het mogelijk is om situaties als gelijkwaardig te zien en te ervaren. Op het moment dat je iets bewust begrijpt kan dat invloed hebben op je gevoel. Je kunt iets dat emotioneel zwaar is een plaats geven en er daardoor minder verdrietig over zijn, of je kunt een situatie beter begrijpen en pragmatischer handelen. En daarom is het antwoord ‘vertrouwen’. Een soort hedendaagse variant van geloof. In het schilderij zie je een gecrashte mot en een gecrashte auto, allebei gevangen in mijn ‘slices of time’. Welke dood is belangrijker, als je niet wist dat je een mens was? Ze zijn even belangrijk en even onbelangrijk.

RC
Hoe zet je (dat) vertrouwen om in een schilderij?

MV
Het vertrouwen is er. Zolang als ik leef zal het er zijn. Het is niet iets dat omgezet hoeft te worden of uitgeplozen. Als ik blind zou worden en niet meer zou kunnen schilderen, dan zou ik met het zelfde vertrouwen iets anders doen.